Frans Hals: Het gilde
In alle patriarchale culturen komen speciale broederschappen van mannen voor. Zo ook in de Germaanse cultuur. Deze broederschappen onderscheidden zich van andere groepen door speciale rituelen en gezamenlijk eten, drinken en/of wapenbeoefening. De naam “gilde” zou “broederschap”, “gezelschap” betekenen. Daarom werden de middeleeuwse beroepsverenigingen “gilden”genoemd.
Later in de middeleeuwen werd “gilde” de aanduiding voor de toen geldende organisatievorm van groeperingen binnen een gemeenschap. Steeds waren er gezamenlijke doelen: een centrale kas met verplichte bijdrage van ieder lid, binding aan religie, grote aandacht voor de overledenen en regelmatige teermaaltijden. Deze gilden waren zelfstandig, maar hadden wel een vrijwillige ondergeschiktheid aangenomen ten opzichte van de overheid.
De term “gildebroeder” wijst erop dat de eigen broederschap (eedgenoten) wordt beschermd met uitsluiting van derden. Men moet allereerst elkaar helpen en bijstaan. Broederschap is een vorm om zich te handhaven. Het begrip “gilde”kreeg in de loop van de jaren een andere betekenis: gilden werden vaste organisatie waarin het hekle maatschappelijke leven was gebundeld. Zo ontstonden allerlei soorten gilden.
De bierbrouwer